Waarheid in het publiek debat

©VisionWorks LLC

Het publiek debat beleeft tegelijkertijd gouden en erg woelige tijden. Dankzij sociale media kan iedereen in principe deelnemen aan alle maatschappelijke discussies. Die platformen maken rechtstreekse en wederzijdse interactie mogelijk tussen beleidsmakers, experten en andere burgers. En toch zijn weinig mensen enthousiast over de huidige staat van het publiek debat. Informatiestress, meningmoeheid, vertrouwenscrises en online pestgedrag zetten de kwaliteit van discussies onder druk en doen veel deelnemers afhaken.

Is het nog mogelijk om constructieve discussies te voeren over vaccins, het klimaat of transgender atleten? De reden waarom dit niet zo lijkt, is niet beperkt tot het gestook van populisten en internettrollen of de onwetendheid van de massa. Ook de goed(bedoeld)e argumenten buitelen over elkaar heen. Hoe geraken we uit dit kluwen zonder standpunten of mensen uit te sluiten?

Iedereen lijkt het erover eens dat waarheid en feiten onder druk staan —door desinformatie, populisme, polarisatie, filterbubbels, postmodernisme en cancel culture. Onze samenleving wordt dan geplaagd door waarheidsrelativisme: het idee dat ieder zijn eigen waarheid heeft. Of erger nog, door ‘post-truth’: de dreiging dat we helemaal geen waarheden meer erkennen. Volgens mij zijn beide opvattingen fout: we zijn net allemaal verstokte waarheidspluralisten.

In ons dagelijks leven én in het publiek debat hinkelen wij immers voortdurend tussen vier soorten waarheid: feitelijke, ideologische, pragmatische en existentiële waarheden.

We doen waarachtige uitspraken wanneer we een oprechte poging doen tot

  • objectieve feiten uitdrukken
    • “De misdaadcijfers gaan al jaren in dalende lijn”
    • “Het COVID-19 virus verspreidt zich sneller in gesloten ruimtes”
    • “Een vrouw is een volwassen mens die eicellen produceert”
  • een coherent wereldbeeld uitdrukken
    • “De overheid moet onze maximale veiligheid nastreven”
    • “De coronopas ondermijnt de vrije samenleving”
    • “Trans vrouwen uitsluiten van reguliere vrouwencompetities is discriminatie”
  • ideeën lanceren die collectief nut kunnen hebben
    • “Taakstraffen zijn efficiënter en dus wenselijker dan gevangenisstraffen”
    • “Als we nog enkele weken de restricties volgen, komen we hier samen door!”
    • “We kunnen niet onze ganse taal veranderen om een paar individuen te plezieren”
  • zeggen wat voor ons waar aanvoelt
    • “Ik voel me steeds minder thuis in mijn eigen stad”
    • “Online vriendschappen zijn voor mij geen echte vriendschappen”
    • “Ik voel mij erg onveilig in genderneutrale toiletten”

Het goede nieuws is dat we dus meerdere toegangswegen tot maatschappelijke discussies met elkaar delen: we kunnen standpunten uitwisselen via feiten, visies, doelstellingen en ervaringen. Het vervelende nieuws is dat we er vaak niet in slagen om die toegangswegen van elkaar te onderscheiden, waardoor gesprekken snel stranden of net escaleren. Relativisten en post-truthers proberen die verwarring uit te buiten.

Als we productieve discussies willen voeren over complexe maatschappelijke onderwerpen, als we het publiek debat willen redden, moeten we dan ook eerst achterhalen welke soort waarheid iemand nuttigt.

De waarheid heeft vier gezichten biedt een heldere inleiding in filosofische waarheidsconcepten en toont hun belang voor complexe maatschappelijke discussies. Het verklaart verder de verschillen tussen een populist, internettrol, verspreider van samenzweringstheorieën en haatprediker, die daarom elk een andere aanpak vereisen. Zo levert dit boek ook een nieuwe kijk op de zin en onzin van fact-checken, kritisch denken en tegenverhalen.

Deze inzichten zijn bruikbaar op sociale media en in offline gesprekken, bij maatschappelijke of net heel persoonlijke onderwerpen en zowel onder vrienden en familie als bij medeburgers waarmee we weinig voeling hebben.